1947:  onder de leden van de Lierse Fotoclub (de oudste van België) traden net voor de oorlog de eerste amateurfilmers naar voor met voornamelijk beeldverslagen uit het dagelijkse leven en familiefilms. Alles uiteraard in zwart-wit en op 16 mm film of het oude 9,5 mm Pathé.
Een enkeling met dubbel acht smalfilm.

1950: de aanhang is dermate gegroeid dat de filmers een eigen vereniging oprichtten, toen gevestigd in het gebouw van het Rode Kruis in de Begijnhofstraat.

1955: de Lierse Ciné Club richt één der eerste na-oorlogse festivals in voor amateurfilmers

1955: de Lierse Ciné Club is mede stichter van de provinciale koepel PROVAC en blijft tot de ontbinding daarvan in 2018 een belangrijke rol vervullen in het filmgebeuren.

1965: verfilming van de Lierse Ommegang. Film in bewaring bij Cinematek de Belgische filmotheek in Brussel.

1980: grote open deur dag in het Vleeshuis te Lier voor 30 jarig bestaan LCC.
Voorstelling van de nieuwe super 8 film en de eerste (zware) video camera, toen nog met een losse recorder als extra ballast.

1990: doorbraak van het video gebeuren met kleinere camera’s en extra montage mogelijkheden.

2000: viering 50 jarig bestaan en titel “koninklijk”

2000 en volgende: ontwikkeling van het digitale videogebeuren met eerst de digitale tape en later (nu standaard) de USB schijfjes voor zowel foto als film. Dit alles in een ongekende projectie kwaliteit op groot scherm.